De Programmeursleerling


Soms treden runtime errors op niet omdat je een programmeerfout hebt gemaakt, maar omdat er een probleem optreedt dat je niet kon voorzien toen je het programma schreef. Dit is buitengewoon relevant als je met bestanden werkt: bijvoorbeeld, als je een bestand verwerkt dat op een USB-stick staat, en de gebruiker verwijdert de USB-stick tijdens de verwerking, krijg je uiteraard een fout die je niet echt zou kunnen voorzien in je code. Iedere runtime error genereert in de code een zogenaamde “exception” (“uitzondering”) die je kunt “afvangen.” Het afvangen van een exception betekent dat je in je programma code opneemt die ervoor zorgt dat de opgetreden fout zoveel mogelijk netjes wordt afgehandeld, in plaats van je programma abrupt af te breken.